Inleiding
Voorraadbeheer gaat over twee grote vraagstukken: hoeveel moet ik bestellen en wanneer moet ik dat doen. In module 5 – over de seriegrootte – kwam het vraagstuk aan de orde hoeveel je tegelijk moet bestellen. Het tweede vraagstuk bij voorraadbeheer – op welk moment moet ik gaan bestellen – komt in de huidige module aan de orde. Dat bestelmoment is van groot belang, want je moet het zo kiezen, dat je voortdurend de gewenste service kunt verlenen aan je afnemers.
Stel dat je leverancier je belooft dat hij of zij altijd in twee weken kan leveren. Dan moet je bestellen op een moment dat je nog genoeg voorraad in huis hebt om die twee weken te overbruggen. Je moet minstens voldoende voorraad hebben om aan de gemiddelde vraag in die twee weken te voldoen.
Als je op het moment van bestellen precies genoeg hebt voor de gemiddelde vraag, dan zal dat de ene keer een beetje te veel en de andere keer een beetje te weinig zijn. Bij een enigszins variërende vraag zul vaak tegen het einde van de levertijd – dus kort voor de nieuwe levering bij je binnen komt – nog net genoeg voorraad hebben om e klanten direct tevreden te stellen. Maar het zal ook vaak gebeuren, dat je al door je voorraad heen bent voor de nieuwe zending binnen is. Met nee-verkoop als gevolg. Als je op het bestelmoment nog precies voldoende voorraad hebt voor de gemiddelde vraag tijdens de levertijd, dan heb je 50% kans dat je tegen het eind van de levertijd te kort komt. In die periode is je servicegraad dan 50%.
Wil je een hogere servicegraad bereiken, dan moet je rekening houden dan een meer dan gemiddelde vraag gedurende de levertijd. Je moet dus eerder bestellen. De voorraad op het moment van bestellen moet groter zijn dan de gemiddelde vraag gedurende de levertijd. Want je hebt structureel iets extra nodig om de pieken in de vraag op te vangen. Voor pieken die kunnen optreden gedurende de levertijd. We noemen die structurele verhoging van je bestelniveau de veiligheidsvoorraad.
In deze module behandelen we de begrippen servicegraad en veiligheidsvoorraad met het verband dat er tussen bestaat. Daarna leggen we een relatie met omzet, kosten en winst. Vervolgens beschrijven we een aantal methoden om de servicegraad als prestatie-indicator te hanteren.
Als belangrijkste deel van het hoofdstuk reiken we een statistisch rekenmodel aan om je veiligheidsvoorraad te berekenen. We gaan daarbij uit van de functies van de veiligheidsvoorraad en leggen het verband met de spreiding in de vraag. We gebruiken de theorie van de normale verdeling zoals die uit de statistiek bekend is. Daarna schenken we aandacht aan de ‘gemiddelde’ servicegraad. Tot slot behandelen we een praktische procedure waarmee je in de praktijk het gewenste serviceniveau kunt realiseren.
Bij deze module is ook een Verdieping beschikbaar, waarin meer wordt behandeld over de veiligheidsvoorraad. Van belang als je te maken hebt met voorraad voor de onafhankelijke vraag en die wilt optimaliseren met statistische methoden. In de Verdieping zijn de volgende modulen beschikbaar: