Hoeveel aandacht er ook is voor afstemming van verpakkingsmaten, de werkelijke omstandigheden laten vaak een bedroevend resultaat zien.
Figuur 11 mogelijk stuwpatroon voor pallets in container
Met een speciale manier van stuwen is het mogelijk om tien pallets in de container te plaatsen. Door de pallets om en om (pin-wheel) te plaatsen (zie figuur 12.
Maar ook dan blijft er ruimte over doordat de afmetingen van pallet en container niet op elkaar zijn afgestemd. Weliswaar zijn beide eenheden genormaliseerd, maar de normalisatie is onafhankelijk van elkaar tot stand gekomen.
figuur 12 plaatsing van pallets om en om (pin-wheel patroon)
figuur 13 container beladen met pinwheel patroon
Hetzelfde soort probleem met maatafstemming doet zich voor in veel logistieke ketens. In de levensmiddelenbranche speelt bijvoorbeeld de afstemming van de maten schappen, verkoopverpakkingen, omdozen, rolcontainers en pallets. Het streven is om de benutting van de schapruimte en de laadruimte (o.a. van rolcontainers) te verbeteren door beperking van het aantal doosafmetingen. Beter aansluitende maatvoering zou ook leiden tot verminderen van beschadigingen.
Om deze doelen te bevorderen, heeft een aantal organisaties in de levensmiddelenbranche de Stichting Collomoduul opgericht.
Hierin werken samen: de Stichting Het Merkartikel, de Vereniging van Grootwinkelbedrijven in Levensmiddelen, de Federatie van de Groothandel in Levensmiddelen, het Vakcentrum Levensmiddelen en het Nederlandse Verpakkingscentrum.
Collomoduul geeft onder andere de volgende aanbevelingen:
– verpakkingsmoduul 400 ´ 600 mm (met de afgeleide maten, die passen binnen de
verpakkingsmoduul, bijvoorbeeld 300 ´ 400 mm of 100 ´ 150 mm).
– palletmaat 1000 ´ 1200 mm;
– rolcontainer, inwendig 600 ´ 800 mm;
– de hoogte van de doos mag niet groter zijn dan de lengte en mag maximaal 400 mm zijn.
– de doos mag bruto niet meer dan 15 kg wegen, zodat ook het personeel in de detailhandel nog goed met de dozen overweg kan.
Tussen de modulen bestaan eenvoudige relaties. De relatie tussen vervoersmoduul en verpakkingsmoduul wordt weergegeven door het stuwpatroon en het stapelpatroon (zie figuur 14).
figuur 14 stapel- en stuwpatroon voor standaard industriepallets (1000 ´ 1200 mm)
De modulen zijn (abstracte) oppervlakte-eenheden en geen fysieke grootheden, zoals een doos, pallet en container. De Europallet, met afmetingen 800 ´ 1200 mm, is goed te gebruiken in het modulaire stelsel, maar is, volgens de definitie, niet modulair. De relatie tussen palletafmeting en verpakkingsmoduul enerzijds en tussen palletafmeting en vervoersmoduul anderzijds hebben we weergegeven in figuur 16 Bij beide pallettypen wordt de ruimte in de vervoersmoduul volledig benut, dus is er een perfecte maatafstemming.
figuur 16 stapel- en stuwpatroon voor Europallets 800 ´ 1200 mm
Bloemzo is een grote chrysantenteler. In de bloemenketen is sprake van een verregaande aansluiting van de fysieke processen. De bloemenveilingen spelen daarbij een centrale rol. Er is aansluiting op twee niveaus. Ten eerste is de goederenstroom efficiënt doordat de schakels in de keten gebruik kunnen maken van dezelfde lastdrager. Ten tweede vinden verschillende schakels in de keten (veiling, groothandel, ompakker, boeketterie, im- en exporteur) onderdak in de immense veilingcomplexen.
1 Onder regie van de bloemenveilingen is een stapelwagen ontwikkeld, waarmee elke binnenlandse schakel in de keten kan werken. De keten begint bij Bloemzo, de kweker die de bloemen en planten levert. Bloemzo zet de bloemen in standaardfust en vervolgens de fusten in een stapelwagen als lastdrager. De transporteur vervoert de stapelwagens naar de veiling. Het unieke aan deze drager is dat deze voor bloemen en planten van verschillende afmetingen gebruikt kan worden. Dat komt door de bledden (insteekbladen) die op verschillende niveaus in de stapelwagen kunnen worden vastgezet. Hierdoor kunnen zowel perkplanten met een hoogte van 10 cm als lelies met een hoogte van 50 cm met een efficiënt beladen wagen worden vervoerd. Bovendien passen de stapelwagens perfect in de vrachtwagens (2 rijen).
Bij de veiling aangekomen, plaatst het veilingpersoneel de stapelwagens in een koelcel, waar ze blijven tot het moment van veilen. Voor de lange afstanden van het intern transport gebruikt de veiling een in de vloer aangebrachte kettingbaan, waaraan de stapelwagens kunnen worden gekoppeld. Na het veilmoment worden de bloemen en planten verdeeld naar de kopers; hierbij worden dezelfde stapelwagens gebruikt. Voor het vervoer naar de kopers koppelt het veilingpersoneel de stapelwagens weer elkaar tot treintjes, die met een trekker naar hun bestemming worden gebracht.
De voordelen van een standaard stapelwagen en standaard fust zijn:
trekkers;
– maar één soort gereedschap nodig voor het handlen van de fusten;
– efficiënt wassen van de gestandaardiseerde fusten.
2 De fysieke aansluiting van processen in de bloemenketen zie je ook in de vestigingsplaats van
de schakels in de keten. Kopers kunnen een ruimte huren binnen het veilingcomplex om ter
plaatse de aangekochte partijen te verwerken. Doordat deze kopers zich op het veilingterrein bevinden, kunnen levering en communicatie tussen veiling en kopers snel en efficiënt plaatsvinden. Veel exporteurs besteden verwerkingsprocessen uit aan gespecialiseerde bedrijven. Het gaat hierbij om boeketten maken, bossen binden of herverpakken. Ook veel van deze bedrijven zijn te vinden op het veilingterrein, zodat de processen goed kunnen aansluiten met korte (interne) transportroutes.