Het klokvormige verloop van een normale verdeling (Gauss-kromme) laten we zien in figuur 1. De top van de grafiek staat boven het gemiddelde ‘nul’ (mu, μ = 0). De grafiek is gemaakt voor een standaardafwijking van 1 (sigma, σ = 1). In deze vorm heet het de ‘standaard normale verdeling’. Daar kun je elke andere normale verdeling uit afleiden.
Je moet de grafiek als volgt lezen:

figuur 3: de standaard normale verdeling N(0,1)
In de praktijk zul je meestal uitgaan van een frequentieverdeling in plaats van een continu doorlopende kansverdeling. Als ‘het’ verschijnsel normaal verdeeld is en je heel veel waarnemingen doet en de klassen van de turflijst maar klein genoeg zijn, zal de frequentieverdeling de vorm heel dicht benaderen van de Gauss-klok. Zie figuur 4, waarin we met een klassebreedte van 0,1 (dus 0,1 x sigma) de geturfde kansdichtheid en tonen van een verschijnsel dat normaal is verdeeld. Figuur 5 is een weergave van de onderschrijdingskans (ook wel genoemd de linker overschrijdingskans).


Figuur 4: Kansverdeling van N(0,1); Figuur 5: Onderschrijdingskans geturfd met klassen van 0,1 breed
Het gemiddelde is meestal niet 0, zoals in de standaard normale verdeling. De normale (kans)verdelingen hebben wel altijd een klokvorm. Maar de ene grafiek is wat platter dan de standaard en de ander verloopt wat steiler. Een platte grafiek betekent een grote spreiding rondom het gemiddelde, een steile grafiek duidt op een kleine spreiding.
Uit bovenstaande grafiek kun je afleiden dat naarmate een waarde van X verder van het gemiddelde af ligt, de kans dat die waarde werkelijk optreedt steeds kleiner wordt. Maar hoe ver ook vanaf het gemiddelde, de kans wordt (theoretisch) nooit nul. De kromme raakt de x-as niet, maar loopt er asymptotisch naar toe. Dit betekent dat er in theorie altijd wel een kans is op een zeer grote of een zeer kleine waarde, maar dat deze kans niet waarschijnlijk is en in de praktijk dus niet zal voorkomen.
De figuren 1, 3 en 4 laten de kansdichtheid zien. De kansdichtheid van een verdeling laat zien hoe de waarschijnlijkheid over de mogelijke waarden (van X, de stochastische variabele) is verdeeld. Het is alleen mogelijk om een kans toe te kennen aan een aaneengesloten deel van de X-as