Je hebt nu gezien dat de belangrijkste functie van voorraden bestaat uit het ontkoppelen van twee opeenvolgende gedeeltes (deelprocessen) van een (goederen-)stroom, zodat deze twee processen een zekere mate van onafhankelijkheid krijgen ten opzichte van elkaar. De te ontkoppelen processen kunnen van alles zijn, in de logistiek gat het bijvoorbeeld vaak over ontkoppelen van inkopen en fabriceren, fabriceren en assembleren, assembleren en controleren, produceren en verkopen.
Zelfs als de aanvoer en afvoer van een proces tamelijk synchroon verlopen, dan nog zullen er altijd kleine verschillen optreden in de stroomsnelheid. Een buffertje kan je dan helpen om de kleine, niet voorzienbare fluctuaties op te vangen. Zo’n buffervoorraad kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de assemblageafdeling kan doorwerken, ondanks een kwaliteitsprobleem waardoor een deel van de gefabriceerde onderdelen is afgekeurd, of om een vertraging in de productie van onderdelen op te vangen.
De buffer- of ontkoppelvoorraden kun je onderscheiden in een vijftal sub-categorieën, elk met een specifieke functie of ontstaansgrond:

figuur 4: voorbeelden van voorraden op verschillende plaatsen bij een productiebedrijf
In figuur 4 hebben we schematisch aangegeven welke soorten voorraad waar in je onderneming zouden kunnen liggen. Naast de genoemde soorten ontkoppelvoorraad, kan er ook voorraad worden gevormd om een geheel ander functie te vervullen. We komen daarop terug in Hoofdstuk 9.
We zullen eerst de verschillende soorten ontkoppelingsvoorraden de revue laten passeren.