Het voortbrengen van producten en diensten doen organisaties bijna nooit alleen. Er is vrijwel altijd sprake van een keten van organisaties, waarin elke schakel gericht is op zijn eigen specialisatie. We noemen dat een keten van ondernemingen (een supply chain). Als we verder inzoomen op de gang van zaken binnen een onderneming, zien we opnieuw een keten, maar nu van afdelingen of functies.
Een productie-onderneming bestaat in versimpelde vorm uit de afdelingen inkoop, productie en verkoop. Deze afdelingen vormen een keten die zorgt voor de toegevoegde waarde van de onderneming. Elke afdeling heeft daarbij een eigen functie, met bijbehorende doelstellingen:

figuur 7 een keten met ‘onze’ onderneming tussen leverancier en klant
Figuur 7 laat een erg simpele keten zien. Meestal zullen er meer schakels zijn, bijvoorbeeld verschillende productieprocessen, die de grondstoffen, onderdelen of halffabricaten aan elkaar leveren, tot het product gereed is voor aflevering aan de klant. Meestal zullen er ook meerdere leveranciers en afnemers zijn. Wat je in het simpele schema ziet is dat de schakels in de keten afhankelijk van elkaar zijn. Stagnatie in de ene schakel, zal grote gevolgen hebben voor de andere. Om de schakels van de keten (de afdelingen) hun werk te laten doen in hun eigen tempo, ingepast in hun eigen planning, zijn tussenvoorraden nodig als onderlinge buffers. De buffers voorkomen dat vertraging in de ene schakel tot stilstand in de volgende leidt. De voorraden ontkoppelen de bedrijfsonderdelen van elkaar. Een voorraad grondstoffen kan bijvoorbeeld nodig zijn, om in grote hoeveelheden (in series) in te kopen bij de leveranciers. Waarschijnlijk kun je dan een lagere prijs bedingen, zeker is dat je voorkomt dat een eventuele stagnatie in de aanvoer niet direct leidt tot productiestilstand. Bij een flink variërende marktvraag kun je overwegen om een buffervoorraad met gereed product aan te aanleggen, zodat je in een vast tempo kunt produceren. In figuur 8 zijn de ontkoppelvoorraden in het schema toegevoegd.

Integrale beheersing van de goederenstroom binnen de onderneming is van belang om effectief en tegelijk efficiënt te werken. Door de goederenstroom als één geheel te besturen, richt je ‘de neuzen naar één kant’. En dat zal in de richting van de klant moeten zijn. De klant is immers de reden waarom de onderneming bestaat. Als alle afdelingen daarvan doordrongen zijn, kan de onderneming rekenen op tevreden klanten. En dat is noodzakelijk om te kunnen overleven.