De verpakking vervult een aantal functies in het logistieke traject. Welke verpakking je moet kiezen, hangt af van het product, het productieproces, de kosten van de verpakking, de ‘Materials Handling’ en het externe transport. De waarde van het product beperkt in veel gevallen de keuze van een verpakking.
Vrijwel alle producten moeten verpakt worden om ze te kunnen verzenden. Consumentenproducten worden meestal eerst verpakt in een verkoopverpakking (consumentenverpakking of artikelverpakking), waarna een aantal stuks in een overdoos wordt samengevoegd tot een omverpakking of collo (distributie- of transportverpakking).
De kosten van de verpakking, liggen soms boven 10% van de waarde van het verpakte product (bij bijvoorbeeld levensmiddelen, cosmetica en farmaceutische producten) en zijn soms beperkt tot 1 á 2% (bijvoorbeeld bij cement en chemische grondstoffen).
We zullen hieronder zowel de functies van de artikelverpakking als van de overdoos nader beschouwen.
– hanteerbaar, verplaatsbaar en per eenheid verhandelbaar maken, kortom rationalisatie in handling. Bijvoorbeeld bij zout, suiker, meel, melk, frisdrank, kattengrit;
– de inhoud beschermen, tegen temperatuur, vocht, UV-licht. Zoals bij voorverpakte levensmiddelen, conserven in blik;
– de omgeving beschermen, tegen spontane brand of tegen afgifte van gevaarlijke stoffen. Die de afgifte beperkt van vocht, geur, poeder of gassen die bijvoorbeeld bederf van andere producten versnellen, die slecht zijn voor de arbeidsomstandigheden of voor het milieu. Dit speelt onder andere bij verf, lucifers, huishoudchemicaliën, waspoeders en bij gas in flessen of patronen;
– identificatie, gemakkelijk herkenbaar maken van de inhoud (artikelnummer, artikel, uitvoering en aantal stuks). Ook in een machine-leesbare vorm door een barcode of een QR-code.
– bevorderen van de verkoop, door aantrekkelijke vormgeving, kleur, opschriften, zoals bij veel producten in het schap van de supermarkt;
– hygiëne bij de verkoop, zoals voorverpakte groente en fruit in zelfbedieningswinkels;
– vergemakkelijken van het gebruik, bijvoorbeeld bij kant-en-klaarmaaltijden, sauzen in knijpflessen, lijm in tubes, verf in spuitbussen;
– consumptie in delen mogelijk maken, de houdbaarheid van een product met geopende verpakking verlengen door de verpakking hersluitbaar te maken, bijvoorbeeld schroefdoppen op melkpakken, sluitstrips in zakjes voor boodbeleg en nootjes.
– informeren over toelaatbare of vereiste opslagcondities en handling-methoden, zoals de aanduiding ‘gekoeld bewaren’, een pijl die aangeeft wat de bovenzijde is, een parapluutje om aan te geven dat het pakket droog moet blijven. Ook zorgen voor snelle herkenbaarheid van gevaarlijke stoffen, denk maar aan brandbare stoffen als spiritus/alcohol, terpentine en wasbenzine, aan gifstoffen en bestrijdingsmiddelen, en aan huishoudelijke artikelen als bleekwater, wc-reiniger en ontstopper.
Aan de verpakking van levensmiddelen worden eisen gesteld door de Warenwet. Het afval van de verpakking kan na gebruik een probleem geven (denk aan glas, blik en kunststoffolie). Gelukkig is er steeds meer oog voor de recycleerbaarheid bij de ontwerpers.
Soms is de consumentenverpakking ook de eenheid die in de distributieprocessen wordt gehanteerd, maar ten behoeve van opslag, Materials Handling en transport worden consumentenverpakkingen vaak verpakt in grotere verpakkingen. Deze transport- of distributieverpakkingen worden op hun beurt vervolgens samengevoegd tot een laadeenheid.
De factoren die een rol spelen bij de distributieverpakking zijn vergelijkbaar met de functies die we hierboven al hebben genoemd voor de artikelverpakking, waarbij vooral het laatste onderwerp (info) aandacht verdient. Voor de omverpakking komt daar nog bij:
– geschikt zijn voor efficiënte oplag en handling;
– voldoen aan transportvoorschriften.
De transportverpakking moet ervoor zorgen dat de producten op economische wijze en zonder waardevermindering de klant kunnen bereiken.
Zonder waardevermindering houdt in dat de producten in dezelfde staat afgeleverd worden als waarin ze de fabriek hebben verlaten of in ieder geval zonder vermindering van de gebruikswaarde (kwaliteit) van het product.
Op economische wijze wil zeggen dat de kosten van de verpakking in verhouding moeten staan tot de besparingen op handling, schade en verlies. De verpakking moet het product beschermen tegen de normale risico’s die in de transportketen te verwachten zijn, tijdens vervoer, overslag en opslag. Meer bescherming is niet nodig en dus oneconomisch.
Voor exportgoederen moet je meer geld besteden aan de verpakking om daarmee het risico van schade te verminderen, omdat bij export vooral de indirecte kosten van beschadiging bijzonder hoog kunnen oplopen.
De transportverpakking moet de producten beschermen tegen schadelijke invloeden, zoals stoten en trillen, warmte (of kou) en vochtigheid, insecten, knaagdieren en schimmels.
In Figuur 3 zie je een vereenvoudigd beeld van de factoren waaraan transportverpakking moet voldoen. Het plaatje is in twee delen verdeeld: een deel met de verantwoordelijkheid van de verlader en een deel met het verantwoordelijkheidsgebied van de vervoerder. Schade kan ontstaan door ondeugdelijke verpakking of door verkeerde beladingwijze (stuwage). Andere mogelijke oorzaken van schade zijn bijvoorbeeld:
– onduidelijke adresaanduiding of markering (uitmonstering) waardoor goederen op de verkeerde plaats terechtkomen;
– verlies door diefstal bij onvoldoende toezicht (transportomstandigheden).
figuur 3: Factorenschema voor transportverpakking
Als je moet kiezen voor de uitvoering van een omverpakking, dan zijn de volgende factoren van belang.
Producteigenschappen
Een transportverpakking moet aan eisen voldoen die bepaald worden door de eigenschappen en de bestemming van het product. Producteigenschappen zijn bijvoorbeeld waarde, afmetingen, vorm en gewicht, materiaalsoort, schadegevoeligheid, vervangbaarheid en gebruikswaarde.
Bestemming
Het gaat zowel over plaats als tijd en of het binnenlandse transport of export betreft: goederen die bijvoorbeeld naar de tropen worden vervoerd, moeten worden beschermd tegen temperatuurwisselingen en vocht (condens, regen). Voor zeetransport is een zeewaardige verpakking noodzakelijk. En goederen die – al of niet spoed – via luchttransport worden vervoerd, moeten altijd in een lichtgewicht verpakking.
Vervoerswijze
Bij kort afstanden heb je meestal te maken met vrachtauto’s, soms gecombineerd met zeetransport (veerboten naar Engeland). Als het gaat om grote afstanden, kun je kiezen uit verschillende modaliteiten: wegtransport, volledig zeetransport of gecombineerd zee/landtransport. Bijvoorbeeld van Europa naar het Verre Oosten via Siberië (landbrug). Bij het bepalen van de vervoerswijze moet je ook beslissen of je wel of niet gebruik wilt/kunt maken van transporteenheden (pallets, containers).
Voorschriften
In nationale en internationale verordeningen en overeenkomsten staan voorschriften voor het transport van goederen en de manier van uitmonstering.
Er zijn afzonderlijke voorschriften voor de verschillende vervoersmodaliteiten.
Elk land heeft importbepalingen. Australië bijvoorbeeld is fel op de bestrijding van ongedierte en plantenziekten. Aan landbouwproducten mag geen zand of aarde kleven. Hout (pallets, kisten) moet behandeld zijn en dit moet op de verpakking vermeld staan.
Uitmonstering
De merken op de verpakking moeten aan verschillende voorschriften voldoen. De uitmonstering moet duidelijk zijn, met goed leesbare opschriften om vergissingen bij handling te voorkomen.
Stuwage
Door de krachten die tijdens het vervoer op de lading worden uitgeoefend (versnelling, vertraging, rolbeweging) kan de lading gaan schuiven. De producten kunnen schade oplopen en het lossen kan lastig worden. De kunst van het stuwen is zo te beladen dat bijna geen verplaatsing kan optreden. De verpakking met de druk kunnen weerstaan.
Transportomstandigheden
Tijdens vervoer, opslag en overslag kan zich een scala aan schadelijke invloeden voordoen, zoals mechanische belasting door de methode van overslag (met de hand, stuk voor stuk of gebundeld met transportwerktuigen) en mechanische belasting door de manier van opslag (buitenopslag, hoogte van stapelen).
Door weersinvloeden kunnen temperatuur en vochtigheid vrij plotseling wisselen. Het weer kan van buitenaf op de verpakking inwerken of zelfs direct op het product door condens of door warmte.
In een afgesloten ruimte, zoals een scheepsruim of een container, kan een hoge relatieve vochtigheid de sterkte van kartonnen dozen aanzienlijk aantasten. Bij hoge temperaturen zullen sommige soorten plakband loslaten.
Metalen producten moeten tegen corrosie beschermd worden. Dat kan met passieve bescherming, zoals invetten of met actieve bescherming door het product bijvoorbeeld te wikkelen in VCI-papier. De inhibitor (remmer van corrosie) in het papier verdampt langzaam, het gas omhult het product en dringt in de kleinste openingen door. Daardoor wordt het product goed beschermd. Na het uitpakken hoeft het product niet gereinigd te worden.
Lichtgevoelige producten moeten tegen zonlicht beschermd worden (tegen verkleuring of veroudering). Plantaardige en dierlijke oliën en vetten verdragen bijvoorbeeld geen zonlicht.
Gevaarlijke stoffen, zoals brandgevaarlijke of giftige stoffen, vormen een categorie apart, waarvoor zeer strenge voorschriften zijn vastgesteld. De verpakking is er dan niet alleen voor om het product te beschermen, maar ook om de omgeving te beschermen tegen schadelijke stoffen.
De meest gebruikte verpakkingsmaterialen zijn papier en karton (zie tabel 1).
Tabel 1 Relatief aandeel per verpakkingstype (bron: vrom 2007)
Dozen zijn meestal van golfkarton gemaakt. Massief karton is beter bestand tegen perforatie en botsingen en ook vochtbestendiger dan golfkarton, maar golfkarton is beter bestand tegen statische belasting (o.a. bij stapelen), absorbeert schokken beter, is lichter en heeft betere isolatie-eigenschappen.
Tijdens vervoer en overslag kunnen schokken, stoten, versnellingen en vertragingen een aanzienlijk hogere belasting in en stapeling van dozen opleveren dan de statische belasting door de massa alleen.
Dozen moeten goed gevuld worden en zo nodig moet je vulmateriaal gebruiken. Als je de dozen vervolgens met stevig plakband sluit, krijg je een vormvaste verpakking.
Bij stapeling rusten de dozen op elkaar. Als de drukkrachten niet door de inhoud van de dozen kan worden opgevangen, worden ze voor 90% door de verticale doosribben opgenomen. Soms kan de inhoud van een doos de hele drukbelasting opnemen, zoals bij dozen gevuld met conservenblikken of flessen slaolie. Bij blokstapeling (3 of 4 pallets op elkaar), bepaalt de belasting op de onderste doos van de stapel de doossterkte die je nodig hebt.
Door stapeling ‘in verband’ krijg je een stabiele eenheid, maar de belasting van de dozen is minder gunstig. De toelaatbare belasting van de onderste doos op een pallet neemt bij stapeling in verband af met 40 tot 60% (zie Tabel 2).
wijze van opslag | resterende druksterkte |
recht | 85 tot 90% |
stapeling in verband | 40 tot 60% |
overbloezend | 60 tot 80% |
gat in pallet | 75 tot 90% |
Tabel 2 Stapeling bepaalt druksterkte van golfkartonnen dozen
De druksterkte van een doos is afhankelijk van het vochtgehalte. Bij een golfkartonnen doos zonder coating neemt de druksterkte in een vochtige omgeving langzaam af. We zullen dat hieronder met een rekenvoorbeeld illustreren, met het gecombineerde effect van stapeling, vocht en tijdsduur. In tabel 3 staan de gegevens die je daarvoor kunt gebruiken.
relatieve vochtigheid % | druksterkte % |
| opslagduur in dagen | druksterkte % |
0 – 50% | 100% | 1 | 100% | |
60% | 90% | 10 | 63% | |
70% | 80% | 90 | 55% | |
80% | 68% | 180 | 50% | |
90% | 48% | |||
100% | 15% |
Tabel 13 Druksterkte van golfkartonnen dozen neemt af door vochtigheid en opslagduur (bron: Richmond Corrugated Box)
Voorbeeld
CleanPower, producent van zeep en schoonmaakmiddelen, heeft een probleem. De dozen voor het verpakken van flacons met vloeibare zeep zijn niet op tijd geleverd. De productieleider besluit om door te gaan volgens de planning en als noodoplossing een iets hoger doostype te gebruiken, dat wel op voorraad is. De dozen worden door de pelletiseermachine automatisch in verband gestapeld. De pallets worden opgeslagen in het magazijn, waar de relatieve vochtigheid 70% is. De logistiek manager wil weten wat er van de sterkte van de dozen over is over drie maanden. Hij berekent de factor voor de resterende druksterkte:
0,60 x 0,80 x 0,55 = 0,264
(in verband) (rel. vochtigheid) (tijd)
Er is na drie maanden maar 26,4% over van de oorspronkelijke druksterkte.
Een transportverpakking moet aan een aantal eisen voldoen. Die worden voornamelijk bepaald door de eigenschappen en de bestemming van het te verpakken product. Het gaat om producteigenschappen als:
– materiaalsoort, afmetingen, vorm en gewicht;
– zelfdragendheid (bijdrage aan de druksterkte van een verpakte eenheid);
– schadegevoeligheid en gevarenklasse;
– gebruikswaarde en vervangbaarheid.
De bundeling tot een transporteenheid is meestal de enige bescherming van stukgoed. Ook het risico van diefstal (kruimeldiefstal) maak je kleiner door de bundeling.
Naast kartonnen dozen kun je ook trays van karton (of kunststof) gebruiken (zie
Figuur 4 V). Een tray kost mindere karton en is daardoor goedkoper dan een doos. Vooral toepasbaar als je snel en gemakkelijk winkelschappen wilt kunnen vullen. Een punt van overwegen bij de keus tussen doos of tray, is de stapelbaarheid. Trays komen alleen als omverpakking in aanmerking als de artikelen zelf stevig genoeg zijn om stapelen en orderverzamelen mogelijk te maken (zoals blikjes bier en frisdrank), anders moeten ze alsnog in een stevige omverpakking (eieren). Voorbeelden van trays zie je in onderstaande figuur.
Figuur 4 Voorbeelden van trays die de omdoos vervangen als ‘schapklare’ omverpakking
Kartonnen trays en kartonnen dozen pas je meestal toe als eenwegsverpakking, als eenmalige verpakking dus. Als je steeds zendingen verstuurd naar vaste klanten of eigen filialen, kun je overgaan op verpakkingen die je meerdere malen kunt gebruiken. Een kunststof krat is hiervoor vaak de aangewezen optie. Kratten worden ook veel gebruikt voor intern transport en opslag.
In figuur 5 zie je enkele voorbeelden van kunststof bakken en kratten. Belangrijke afwegingen bij de keuze voor een type krat zijn:
– moet de krat nestbaar of inklapbaar zijn (voor besparing van opslagruimte en retourtransportkosten);
– de dikte van de kunststof (voor slijtage en drukkrachten);
– wel of geen deksel;
– deksel los of klapbaar.
figuur 5: voorbeelden van modulaire kunststof bakken en kratten