Als je een groot assortiment hebt, is het niet haalbaar om je voorraadbeheer methoden per artikel apart te kiezen. Want dat zou betekenen dat je voor ieder artikel het meest geschikte bestelsysteem, de seriegrootte en de servicegraad moet vaststellen en dat is in de praktijk niet te doen.
Als je daarentegen voor alle artikelen van je assortiment, ongeacht omzetwaarde, volume enzovoort, dezelfde normen voor seriegrootte en veiligheidsvoorraad zou aanhouden, dan kom je nooit in de buurt van de optimale voorraadsituatie.
Voorbeeld
Het voorraadassortiment van groothandel Groot&Zonen bestaat uit 5.000 verschillende artikelen. De totale jaaromzetwaarde bedraagt € 10 miljoen. Als Groot voor het gehele assortiment als seriegrootte één maand verbruik zou kiezen en voor alle artikelen een veiligheidsvoorraad van een halve maand verbruik zou aanhouden dan zou dit leiden tot een gemiddelde voorraadhoogte van:

tabel 2: gemiddelde voorraadhoogte
Per jaar zal Groot 5.000 x 12 = 60.000 bestelregels moeten plaatsen.
Een praktische weg om de voorraadkosten te beperken en tegelijk de gewenste servicegraad te bereiken is differentiëring van je methoden voor voorraadbeheer:
Voorbeeld
We kijken nog eens naar het assortiment van de firma Groot&Zonen uit bovenstaand voorbeeld, en gaan er van uit dat de 80/20-regel perfect op dit assortiment van toepassing is. Per categorie stelt Groot de volgende voorraadnormen, die zijn voorraadbeheerder moet gaan realiseren:
Met deze parameters hebben we de voorraad berekend in onderstaande tabel.

tabel 3: verschillende voorraadregels per categorie
Het aantal bestellingen wordt dan:

tabel 4: bestellingen
Door invoering van de nieuwe normen per categorie bereikt Groot de volgende resultaten:
Als logisticus merk je dat Groot een paar principiële fouten maakt. Hij kiest voor alle artikelen als bestelmethode een sS-systeem. Bij kostbare producten en bij producten met grote afzet zou een BQ-systeem wellicht beter uitkomen. Verder besluit Groot om de veiligheidsvoorraad te baseren op het verbruik tijdens een bepaalde periode (een week, een halve maand of een maand omzet). Groot heeft kennelijk niet goed opgelet bij de cursus voorraadbeheer. Hij krijgt op deze manier geen grip op de servicegraad en neemt wellicht veel te veel voorraad in huis van kostbare artikelen en veel te weinig van artikelen met grote spreiding in de vraag. De benodigde veiligheidsvoorraad heeft immers niets te maken met de vraag of de omzet, maar is alleen afhankelijk van de variatie in de vraag
Je vertelt dat natuurlijk aan Groot, zodat hij een verdere verbetering kan realiseren door met zijn voorraadbeheerder per A-, B- en C-categorie een bestelmethode te kiezen en een doelstelling voor de servicegraad.
Andere toepassingen van Pareto bij voorraadbeheer
Een bestand met artikelgegevens tbv analyses
Dankzij de moderne ERP-systemen is het geen grote opgave meer om een artikelbestand op te vragen. Toch is het verstandig om je tevoren af te vragen wat je met de gegevens wil gaan doen. Wil je Pareto’s maken? Zorg dan dat de basisinformatie in je bestand zit. Een Pareto op afzet is simpel, maar je zult al snel meer willen: voorraadhoogte, volume, gewicht, gevaren categorie, aantal keren dat het artikel is besteld. Voor EOQ-berekening heb je per artikel de jaarlijkse vraag nodig, plus de kostprijswaarde. Wil je de dekkingsbijdrage van de artikelen betrekken bij je analyses, dan heb je margegevens nodig. Wil je veiligheidsvoorraden per artikel berekenen, zorg dan dat de standaarddeviatie van de vraag in je bestand is opgenomen. Is die niet beschikbaar, dan zul je die moeten berekenen. Daarvoor heb je per artikel ook de afzetgeschiedenis nodig in je bestand en dan wordt het al snel een groot bestand …