Logicollege

Logistieke processen in modellen en grondvormen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Leerdoelen

In deze module beginnen we met een stukje uit de systeemleer. Dat doen we zodat je thuis raakt in een begrippenkader waar in de logistiek veelvuldig gebruik van wordt gemaakt. Vervolgens leer je hoe je de systeemleer toe past in het uitwerken van processchema’s, logistieke grondvormen en besturingsvormen. In deze module leer je de basisstructuren van transportnetwerken en de basis layout modellen voor productie en de basis principes van sturen met performance indicators.

 

Inleiding

Deze Module laat je zien hoe je een praktijksituatie kunt weergeven in schemavorm. Dat gaat op voor het weergeven van processen in het algemeen, maar natuurlijk van logistieke processen in het bijzonder. Het gaat uiteindelijk om het uitoefenen van invloed op een proces, met het oogmerk het rendement van dat proces te verbeteren. In dit hoofdstuk geven we daarvoor de basis en op het besturen van logistiek komen we nader terug bij de Business Plannings Cyclus in Module 8.

We beginnen deze Module met uitleg van verschillende soorten processen en gaan dan in op het weergeven van logistieke ketens in schematische vorm. We geven een aantal basisvormen en modellen die je kunt gebruiken. In de paragrafen 5 tot en met 8 beschrijven we hoe processen kunnen worden ingedeeld en getypeerd naar functie, inhoud of vorm.

Door werkelijke processen weer te geven in schemavorm, ontstaat een vereenvoudigd overzicht van de werkelijkheid. Een model. Dat is handig, omdat met een model gemakkelijk varianten kunnen worden opgezet en beoordeeld. Maar het blijft slechts een afspiegeling van de werkelijkheid, waarin een heleboel elementen worden weggelaten. Die worden weggelaten, omdat ze geen grote rol spelen bij het soort onderzoek dat we doen, of bij het soort besluit dat moet worden genomen. Een model is daardoor nooit ‘algemeen geldig’. Een model is bruikbaar binnen zekere grenzen.

Voorbeelden van schematische weergaven van de werkelijkheid (modellen) zijn er te over om je heen. Op een organisatieschema kun je zien wie de baas is van wie, maar je ziet niet waar de personen hun kantoor of werkplek hebben. Op een lay-out zie je waar machines zijn geplaatst, of waar opslag plaats vindt, maar je ziet niet met welke intensiteit het verkeer er doorheen gaat. In een processchema zie je wel in welke volgorde verschillende bewerkingen moeten plaatsvinden, maar niet waar de machines staan, hoeveel ze kosten en hoeveel mensen er werken. Dit brengen wij naar voren, om aan te geven dat er van één werkelijkheid, zeer waarschijnlijk meerdere modellen bestaan, die ieder op zich behulpzaam zijn bij het analyseren en zoeken naar verbetermogelijkheden. Die naast elkaar worden gebruikt. Die ieder voor zich, maar waarschijnlijk ook allemaal bij elkaar genomen, lang niet alle werkelijk bestaande elementen, functies, kenmerken en relaties weergeven. Hou voor ogen bij het maken van schema’s, formules, spreadsheets en alle andere soorten modellen, dat ze slechts een beperkte afspiegeling van de werkelijkheid bieden en dus als enige hulpmiddel misschien net niet voldoende geschikt zijn voor het vraagstuk waar je voor staat.

Bij deze Module bieden we twee Verdiepingen:

  • M2-V1: Werken met het Integraal logistiek concept (ILC)
  • M2-V2: Typologieën als hulpmiddel