Logicollege

Bruto naar netto met leadtime-offset

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het MRP-algoritme lichten we toe aan de hand van een voorbeeld, waarbij we je laten zien dat we de stuklijst niveau voor niveau doorrekenen om vast te stellen wat, hoeveel en wanneer er aan orders moet worden uitgegeven. We komen daar in de volgende paragraaf nog een keer op terug, want het is een reken principe dat je goed moet begrijpen en juist moet kunnen toepassen.

Voorbeeld

Angela Tas werkt als werkvoorbereider bij zonnebanken fabrikant SunTan. Zij is verantwoordelijk voor de detailplanning en het vrijgeven van de productie- en inkooporders aan de Productieplanning.

 

Angela is bezig met een bestelling van 20 stuks van het zonnehemeltype S-Vision 12sft, te leveren in periode 7. Die order is net vanuit het MPS vrijgegeven voor verwerking in MRP. Er ligt niets in voorraad dus moet het MRP-systeem een productieorder maken.

 

In tabel 3 zie je de bruto-netto berekening die het systeem voor Angela maakt. De aanwezige voorraad en de nog lopende orders (de ‘reeds geplande ontvangsten’) uit het verleden worden in beschouwing genomen om de bruto behoefte aan te passen. Ook wordt gekeken of er veiligheidsvoorraad moet zijn. In de laatste kolom kun je zien waar de informatie vandaan komt. In de grid-notatie zouden we die informatie in de header zetten.

 

Omdat er geen beginvoorraad is, er geen ontvangsten open staan en geen veiligheidsvoorraad nodig is, is de netto behoefte precies gelijk aan de bruto behoefte.

 

wat

aantal

rekenregel

bron

bruto behoefte S12sft

20

 

uit MPS

aanwezige voorraad S12sft

0

uit voorraadgegevens

reeds geplande ontvangsten S12sft

0

uit ordergegevens

veiligheidsvoorraad S12sft

0

+

planningsgegevens

netto behoefte S12sft

20

 

20 – 0 – 0 + 0

Tabel 3: Bruto-netto berekening voor de S-Vision 12sft

 

Wat het MRP-systeem voor Angela doet, laten we zien in de grid-notatie (tabel ), waarin elke toekomstige planperiode (time-bucket) een kolom heeft. Angela plant in weken. In de tabel stelt dus elke planperiode een week voor.

 

In de kop van de tabel staan de gegevens waarmee gerekend moet worden: huidige voorraad, seriegrootte, veiligheidsvoorraad en leadtime. In de kop staat als seriegrootte 1. Dat houdt in dat elke seriegrootte is toegestaan. De netto behoefte bepaalt de ordergrootte. Lot-for-Lot.

 

De huidige voorraad staat niet alleen in de kop van de tabel, maar ook in de kolom ‘vp’. Dat is de kolom met het ‘resultaat’ van de Voorbije Perioden. Wat rest uit het verleden is de voorraad …  In de kop van tabel 4 is dit getal ook te vinden, in dit geval is het 0. Hetzelfde getal staat ook in de kolom vp op de regel ‘geplande voorraad’.

 

Zouden er voor de S-Vision 12sft al eerder productieorders zijn uitgegeven, die nog geleverd moeten worden, dan zouden die staan in de regel ‘reeds geplande ontvangsten’. Die informatie staat dan in de kolom van de periode waarin die productieorder gereed zou moeten zijn. In dit voorbeeld zijn  er geen ‘reeds geplande ontvangsten’ binnen de 10 perioden die we kunnen overzien.

 

De tabel staat gereed, het systeem vult de order voor levering van 20 stuks in week 7 in.

Regel: ‘bruto behoefte’, kolom: ‘7’.

 

artikel: S-Vision 12sft                       voorraad: 0                             veiligheidsvoorraad: 0

                                                          seriegrootte: 1                        levertijd: 1 perioden

periode

vp

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

bruto behoefte

 

 

 

 

 

 

 

20

 

 

 

reeds geplande ontvangsten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geprojecteerde voorraad

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

netto behoefte

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geplande orderontvangst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geplande orderuitgifte

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geplande voorraad

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

tabel 3: bruto-netto behoefte berekening van de S-vision 12sft met geplande ordervrijgave

Alles staat nu klaar voor de bruto-netto berekening. Dat doet het systeem eerst kolom voor kolom. Is er in periode 1 een bruto behoefte? Zo ja, is er dan genoeg voorraad aanwezig? Niet genoeg voorraad? Dan vult het systeem het verschil tussen de bruto behoefte en de aanwezige voorraad in als ‘geprojecteerde voorraad’. Dat doet het systeem kolom na kolom.  In het voorbeeld is de eerste bruto behoefte pas in periode 7. In de kolom van periode 7 vult het systeem -20 in bij de ‘geprojecteerde voorraad’. Tegelijk vult het systeem ook 20 als ‘netto behoefte’ in. Zie tabel 4.

 

Vervolgens kijkt het systeem naar de kop van de tabel. Het telt het aantal perioden terug dat is aangegeven als de leadtime. In het voorbeeld is dat 1 periode. Daarom zet het systeem een geplande orderuitgifte 1 periode vóór de geplande goederenontvangst. 

 

Om vast te stellen hoe groot die geplande order moet zijn, kijkt het systeem in de kop van de tabel naar de seriegrootte. Zou die 15 zijn geweest, dan had het systeem als order het veelvoud van 15 gekozen dat het dichtst boven 20 is, in dit geval dus van 30 stuks. De seriegrootte staat echter op 1. Het systeem is vrij in de ordergrootte en plant daarom een order in die precies de netto behoefte dekt: 20 stuks.

 

In dit geval vertaalt MRP de netto behoefte van 20 stuks in periode 7 naar een geplande orderuitgifte voor productie van 20 stuks in periode 6.

 

 

artikel: S-Vision 12sft                       voorraad: 0                             veiligheidsvoorraad: 0

                                                          seriegrootte: 1                        levertijd: 1 perioden

periode

vp

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

bruto behoefte

 

 

 

 

 

 

 

20

 

 

 

reeds geplande ontvangsten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geprojecteerde voorraad

0

0

0

0

0

0

0

-20

-20

-20

-20

netto behoefte

 

 

 

 

 

 

 

20

 

 

 

geplande orderontvangst

 

 

 

 

 

 

 

20

 

 

 

geplande orderuitgifte

 

 

 

 

 

 

20

 

 

 

 

geplande voorraad

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

tabel 4: bruto-netto berekening van de S-vision 12sft met geplande ordervrijgave

 

 

We vatten de informatie in het MRP-rekengrid samen:

  • In de kop van het grid (de header) staan de artikelnaam en de parameters waarmee MRP moet rekenen. In dit geval gaat het om assemblage van een S-vision 12sft met een beginvoorraad van 0 stuks, een assemblageseriegrootte van 1 stuks, een veiligheidsvoorraad van 0 stuks en een assemblagedoorlooptijd die gelijk is aan 1 periode.
  • De kolom vp geeft de beginsituatie aan op het moment dat het plan wordt gemaakt, dus net voordat periode 1 begint. Het is het residu van alle voorbije perioden (afgekort tot vp). In de kolom vp kan eigenlijk alleen iets staan in de regels ‘geprojecteerde voorraad’ en ‘geplande voorraad’.
  • Getallen in de regel ‘geprojecteerde voorraad’ geven per planperiode de te verwachten voorraad aan, aan het einde van de betreffende periode. In tabel 5 is het de voorraad die resteert na aftrek van de bruto behoefte zonder bijtelling van de geplande orderontvangsten. Met deze rekenwijze geeft deze regel de planner de informatie wat het voorraadverloop zal zijn, als er geen orders worden ingepland. Dit is een indicatie van wat er gebeurt als je niks doet.

 

Noot: Soms zie je een andere rekenwijze (ander ERP), waarbij in de regel ‘geprojecteerde voorraad’ wel de geplande orderontvangst wordt bijgeteld. De regel ‘geprojecteerde voorraad’ geeft dan een compleet beeld van het te verwachten voorraadverloop (maar dat staat ook in de onderste regel).

We gaan verder met het voorbeeld.

Tot nu toe werd alleen het eindproduct gepland. Dat bestaat natuurlijk uit allerlei componenten en onderdelen. We gaan de diepte in en gebruiken daar de stuklijst bij.

 

 

Voorbeeld (vervolg)

Na het berekenen van de netto behoefte van de S-Vision 12sft gaat het MRP-systeem door met de artikelen op het eerstvolgende niveau van de stuklijst. Het eindproduct staat (per definitie) op niveau 0 van de stuklijst (zie figuur 3), dus we gaan nu door met niveau 1. Als het systeem van links naar rechts door niveau 1 gaat, zal het beginnen met plannen van de body.

 

 

De body is één van de hoofdcomponenten waar de S-Vision 12sft uit wordt geassembleerd (samengesteld). De periode waarin de body nodig is voor de assemblage van de S-Vision 12sft, hangt af van het moment waarop de assemblage van de S-Vision 12sft start. De bruto behoefte van ‘het kind’ leidt het systeem af van de geplande orderuitgifte van ‘de ouder’ (parent).

 

In tabel  had MRP berekend dat in periode 6 de assem­blage van 20 stuks S-Vision 12sft moet gebeuren. De geplande orderuitgifte in week 6 is 20 stuks.

 

Uit de stuklijst haalt het systeem dat voor iedere S-Vision 12sft één body nodig is. Het moet er dus voor zorgen, dat bij aanvang van de assemblagewerkzaamheden voor de 20 te assembleren S-Visions 12sft alle onderdelen, dus ook 20 body’s, aanwezig zijn. Om 20 stuks eindproduct te maken, zijn volgens de stuklijst behalve de 20 body’s ook 20 stickers, 20 kartonnen dozen en 20 aansluitsnoeren nodig (bruto behoefte).

 

Berekenen van de netto behoefte en de leadtime-offset gaan op dezelfde manier als bij het eindproduct (de S-Vision 12sft).

 

We gaan even door op de body’s. MRP kijkt of er body’s in voorraad zijn en of er openstaande productieorders zijn (in MRP heten openstaande orders ‘geplande ontvangsten’). En jawel, er zijn 5 stuks op voorraad. Produceren van 15 stuks zou voldoende zijn. Toch even verder kijken, misschien zijn ze al onderweg, of misschien was er al een order voor gepland. In het systeem staan echter geen geplande ontvangsten. De veiligheidsvoorraad staat op 5. Het systeem moet een productieorder van 15 + 5 = 20 stuks aanmaken. Omdat de doorlooptijd 2 perioden is, verschuift de geplande orderuitgifte 2 weken naar voren.

 

wat

aantal

rekenregel

bron

bruto behoefte body

20

 

geplande orderuitgifte van S-Vision 12sft

aanwezige voorraad body

5

uit voorraadgegevens

reeds geplande ontvangsten body

0

uit ordergegevens

veiligheidsvoorraad body

5

+

planningsgegevens

netto behoefte body

20

 

20 – 5 – 0 + 5

tabel 5: bruto netto berekening van de body

 

In onderstaande tabel laten we de planning van de body zien.

 

artikel: body                                     voorraad: 5                             veiligheidsvoorraad: 5

                                                          seriegrootte: L4L                     levertijd: 2 perioden

periode

vp

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

bruto behoefte

 

 

 

 

 

 

20

 

 

 

 

reeds geplande ontvangsten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geprojecteerde voorraad

5

5

5

5

5

5

-15

-15

-15

-15

-15

netto behoefte

 

 

 

 

 

 

20

 

 

 

 

geplande orderontvangst

 

 

 

 

 

 

20

 

 

 

 

geplande orderuitgifte

 

 

 

 

20

 

 

 

 

 

 

geplande voorraad

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

5

tabel 6: bruto-netto behoefteberekening van de body

Toelichting

Seriegrootte één noem je ook wel Lot-for-Lot (L4L). Het betekent dat een eventuele productieorder of inkooporder elke willekeurige ordergrootte mag hebben, zolang de netto behoefte maar wordt afgedekt. De productiedoorlooptijd van de body is 2 perioden. Je ziet dat terug in tabel 6; de geplande order­vrijgave vindt twee perioden eerder plaats dan de geplande orderontvangst en wel in periode 4. Na de artikelen op niveau 1 ga je weer een niveau dieper in de stuklijst. In ons voorbeeld kom je dan op niveau 2. Ook nu ga je weer van links naar rechts. Steeds reken je vanuit de bruto behoefte de netto behoefte aan onderdelen uit op dezelfde manier als bij de S-Vision 12sft en de body.

 

 

We gaan weer even door met het voorbeeld.

 

Voorbeeld (vervolg)

MRP gaat door met plannen van de onderdelen. Om 20 body’s te maken zijn 40 kopschotten, 20 softfacetanners, 20 voorschakel-prefab’s en 240 UV-lampen nodig. We zoomen nu in op de lampen (inkoopdeel).

 

MRP constateert dat er nog een inkooporder loopt van 100 stuks, te leveren in periode 3. Verder ziet MRP dat er momenteel 50 stuks in het magazijn liggen. Er is geen veiligheidsvoorraad nodig, de seriegrootte is 100 stuks (er zitten er 100 in een omdoos) en de levertijd is 3 weken.

 

Bovenstaande vaste en variabele voorraadgegevens staan in de header van  Error! Reference source not found.. De berekening kun je in tabel  terugvinden. In tabel 8 laten we het ingevulde grid zien. Je ziet dan ook de lead-time offset van 3 weken.

 

 

wat

aantal

rekenregel

bron

bruto behoefte lampen

240

 

uit geplande orderuitgifte van body

aanwezige voorraad lampen

50

uit voorraadgegevens

reeds geplande ontvangsten lampen

100

uit ordergegevens

veiligheidsvoorraad lampen

0

+

planningsgegevens

netto behoefte lampen

90

 

240 – 50 – 100

tabel 7: bruto netto berekening van de UV-lampen

 

artikel: UV-lampen                                 voorraad: 50                      veiligheidsvoorraad: 0

                                                                seriegrootte: 100              levertijd: 3 perioden

periode

vp

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

bruto behoefte

 

 

 

 

240

 

 

 

 

 

 

reeds geplande ontvangsten

 

 

 

100

 

 

 

 

 

 

 

geprojecteerde voorraad

50

50

50

150

-90

-90

-90

-90

-90

-90

-90

netto behoefte

 

 

 

 

90

 

 

 

 

 

 

geplande orderontvangst

 

 

 

 

100

 

 

 

 

 

 

geplande orderuitgifte

 

100

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geplande voorraad

50

50

50

150

10

10

10

10

10

10

10

tabel 8: bruto-netto behoefte berekening van de UV-lampen

 

Toelichting bij het voorbeeld:

Levering van UV-lampen door de leverancier gaat in veelvouden van 100 stuks. Het systeem dekt daarom de netto behoefte van 90 stuks af met een geplande orderontvangst van 100 stuks, dat is één omdoos.

Omdat de levertijd van de lampen 3 perioden is, vind je de geplande ordervrijga­ve door 3 perioden te verschuiven ten opzichte van de geplande orderontvangst (periode 4). De geplande ordervrijgave wordt dus (4 minus 3) in periode 1. De order voor levering van een eindproduct in periode 7 mondt dus uit in een inkooporder die in periode 1 de deur uit moet. We halen het maar net… Op dezelfde manier rekent MRP al de andere onderdelen door uit de stuklijst van de S-Vision 12sft. Daarmee maakt het systeem voor alle onderdelen geplande inkoop- of productie orders.

 

Door een seriegrootte in te stellen, kan de bestel­hoeveelheid groter uitpakken dan de directe behoefte. Een nadeel daarvan is, dat dan binnen een MRP-systeem opslinger-effecten zouden kunnen ontstaan. We bevelen je aan om waar mogelijk de seriegrootte van halffa­bricaten, productie- en inkoopdelen op 1 te zetten (L4L), of op de inhoud van de kleinst mogelijke verpakking.

Het MRP-algoritme neemt de volgende stappen:

Beginnen met het eindproduct (niveau 0 van de stuklijst):

1.     De bruto behoefte invoeren (meestal is dat het MPS; soms een combinatie van orders en prognose).

2.     De reeds geplande ontvangsten invoeren.

3.     De regel met de geprojecteerde voorraad berekenen.

 

Verder kolom voor kolom:

4.     Voor periode 1 de netto behoefte berekenen (bruto behoefte – voorraad – lopende orders). Indien negatief, door naar volgende periode. Indien netto behoefte positief, door naar stap 5.

5.     Berekenen van het kleinst mogelijke veelvoud van de seriegrootte dat de netto behoefte afdekt; dit wordt voor deze periode de ‘geplande ontvangst’.

6.     Vaststellen van het vrijgavemoment van die order door een verschuiving in de tijd gelijk aan de doorlooptijd: de leadtime-offset; dit wordt de periode voor de ‘geplande orderuitgifte’. Door naar stap 4 voor de volgende planperiode enz., tot alle planperioden zijn doorgerekend.

 

Vervolgens door naar niveau 1 van de stuklijst.
Even terzijde: een artikel op een niveau hoger in de stuklijst noemen we het parent-item (of kortweg de parent, de ouder); een niveau omlaag noemen we een child-item (de child, het kind). We zitten dus op niveau 1 van de stuklijst, voor alle producten (componenten, onderdelen) op dit niveau voer je één voor één de MRP-berekening uit.

1.     Bereken per periode de bruto behoefte: netto behoefte van aantal van de ouder x het aantal te gebruiken onderdelen per eenheid van de parent, zoals staat in de stuklijst.

2.     Voer de MRP-berekening uit zoals hierboven beschreven vanaf stap 2.

 

Als de berekening is uitgevoerd voor alle artikelen op niveau 1, kun je beginnen aan de berekeningen op niveau 2. Je gaat door tot de gehele stuklijst is afgewerkt.

 

NB Het zal in de praktijk vaak voorkomen, dat een onderdeel op verschillende plaatsen en verschillende niveaus in een stuklijst voorkomt. Denk maar aan bouten en moeren. Voor zulke artikelen kun je de MRP-berekening pas uitvoeren, als je eerst alle niveaus van de stuklijst hebt doorgerekend. Je moet dan uit de geplande orderuitgiftes van alle parents (en via de stuklijst) herleiden wat dat betekent voor de bruto behoeftes aan het betreffende onderdeel.

 

Conventies

Leadtime 1 betekent bij ‘geplande goederenontvangst’ in periode X een ‘geplande orderuitgifte’ in periode X-1. Bij leadtime 5 wordt dat X-5.

Pas een order (ontvangst) plannen als de geplande voorraad onder het gewenste niveau (vv) komt. Als vv=10 en geplande voorraad=10, dan GEEN order plannen.